Langzame slalom
De verplichte oefening in het tweede cluster is de langzame slalom. Er geldt geen richtlijn voor de snelheid. Gezien de geringe tussenafstand ligt een stapvoets tempo voor de hand. Het gebruik van een slippende koppeling is bij deze oefening verplicht. Van belang is verder de combinatie van juiste bediening, langzaam rijden en het behouden van de balans. Dit alles doet u natuurlijk zonder de pylonen aan te raken!
Wegrijden uit parkeervak
Bij deze keuzeoefening rijd u vanuit stilstand uit een parkeervak weg. U maakt een haakse bocht en rijdt enkele meters rechtuit. De rijbaanbreedte is drie meter. Het belangrijkste van deze oefening is dat u gecontroleerd een scherpe bocht weet te maken, direct na het wegrijden.
Denkbeeldige acht
Met deze facultatieve oefening laat u zien dat u een complete (denkbeeldige) acht kunt rijden in een rechthoekig kader. U rijdt met trekkende motor en houdt daarbij een gelijkmatige snelheid aan. U kunt kan bij deze oefening de voetrem gebruiken om de snelheid van de motor iets te drukken en de speling op de aandrijving weg te werken.
Stapvoets rechtdoor rijden
Hier is het de bedoeling dat u naast de lopende examinator blijft rijden over een afstand van twintig meter. Er wordt gelet op snelheid, balans en een juiste bediening van de motor. U maakt gebruik van een slippende koppeling. Uw voetrem mag u bij deze keuzeoefening ook gebruiken, maar u houdt uw voeten tijdens het rijden op de voetsteunen.
Halve draai (links- of rechtsom)
Als de examinator voor deze oefening kiest dan rijd u met licht trekkende motor op een denkbeeldige rijbaan. Na de tweede pylon maak u in één vloeiende beweging een halve draai naar links of rechts. U rijdt dan terug naar het startpunt.